Grammatica woordbenoeming

Je hebt 14 van de 15 vragen goed beantwoord.
Your score was: 93 %

Indicatie hbo-niveau: maximaal twee fouten.

Meer dan twee fouten: extra leren en oefenen om dit onderdeel van de Nederlandse taal op hbo-niveau/wo-niveau te krijgen.

Antwoorden

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Anne-Marie is naar Zuid-Frankrijk geweest.

hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord

koppelwerkwoord

Jouw antwoord:

hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord

koppelwerkwoord
Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

De portier is heel behulpzaam.

hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord

koppelwerkwoord

zelfstandig naamwoord

Jouw antwoord:

hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord

koppelwerkwoord

zelfstandig naamwoord
Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Die mannen willen dit jaar naar Zwitserland fietsen.

hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord

koppelwerkwoord

zelfstandig naamwoord

Jouw antwoord:

hulpwerkwoord

zelfstandig werkwoord

koppelwerkwoord

zelfstandig naamwoord
Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Die mannen willen dit jaar naar Zwitserland fietsen.

aanwijzend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord

Jouw antwoord:

aanwijzend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord
Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Heb jij die collega van jou al ontmoet?

aanwijzend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord

Jouw antwoord:

aanwijzend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord
Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Ik hoop haar collega vanavond te zien.

aanwijzend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord

Jouw antwoord:

aanwijzend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord
Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

De jongen die daar fietst, heb ik weleens gesproken.

aanwijzend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord

Jouw antwoord:

aanwijzend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord
Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Zij wil graag alle vragen beantwoorden.

aanwijzend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord

Jouw antwoord:

aanwijzend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord
Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Zij wil graag alle vragen beantwoorden.

bijvoeglijk voornaamwoord

bijwoord

zelfstandig werkwoord

zelfstandig naamwoord

Jouw antwoord:

bijvoeglijk voornaamwoord

bijwoord

zelfstandig werkwoord

zelfstandig naamwoord
Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Ik ben nog nooit in Rusland geweest.

bijvoeglijk naamwoord

bijwoord

voorzetsel

zelfstandig naamwoord

Jouw antwoord:

bijvoeglijk naamwoord

bijwoord

voorzetsel

zelfstandig naamwoord
Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Haar zoon is ernstig ziek.

bijvoeglijk naamwoord

bijwoord

voorzetsel

zelfstandig naamwoord

Jouw antwoord:

bijvoeglijk naamwoord

bijwoord

voorzetsel

zelfstandig naamwoord
Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Haar zoon is ernstig ziek.

bijvoeglijk naamwoord

bijwoord

voorzetsel

zelfstandig naamwoord

Jouw antwoord:

bijvoeglijk naamwoord

bijwoord

voorzetsel

zelfstandig naamwoord
Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Ik heb morgen een sollicitatiegesprek in Amsterdam.

bijvoeglijk naamwoord

bijwoord

voorzetsel

zelfstandig naamwoord

Jouw antwoord:

bijvoeglijk naamwoord

bijwoord

voorzetsel

zelfstandig naamwoord
Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Ik heb morgen een sollicitatiegesprek in Amsterdam.

bijvoeglijk naamwoord

bijwoord

voorzetsel

zelfstandig naamwoord

Jouw antwoord:

bijvoeglijk naamwoord

bijwoord

voorzetsel

zelfstandig naamwoord
Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

Vrienden van mij geven mij een goede kans.

aanwijzend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord

Jouw antwoord:

aanwijzend voornaamwoord

betrekkelijk voornaamwoord

bezittelijk voornaamwoord

persoonlijk voornaamwoord